
In vorige hoofdstukken hebben we het gehad over de algemene bronnen van stress in onze moderne wereld. Maar waarom lijkt de een beter bestand tegen stress dan de ander? Waarom wordt de een gespannen van een bepaalde situatie en ervaart een ander diezelfde situatie als een pleziertochtje?
Dit heeft te maken met een combinatie van persoonlijke factoren, biologische verschillen en levenservaringen. Laten we deze eens nader bekijken.
Persoonlijke factoren
Persoonlijkheidstype
Verschillende persoonlijkheden reageren verschillend op stress. Een veel gebruikt onderscheid in persoonlijkstypen is dat van type A- en type B-persoonlijkheden. Mensen met een type A-persoonlijkheid zijn vaak ambitieus, competitief en gedreven, maar neigen ook naar ongeduld en frustratie. Ze lopen een hoger risico op stress-gerelateerde gezondheidsproblemen. Aan de andere kant heb je type B-persoonlijkheden. Zij zijn doorgaans meer ontspannen en minder vatbaar voor stress.
Typisch voor een type A
Stel, jij bent een type A-persoonlijkheid en je moet een belangrijke deadline halen op je werk. Grote kans dat je patronen uit het volgende verhaaltje vertoont.
Je voelt de druk stijgen. Je merkt dat je hart sneller gaat kloppen en je bent misschien wat gespannen. In plaats van dit gevoel te verminderen, gebruik je het als een motivatie om harder te werken. Je maakt een gedetailleerd plan met strakke deadlines voor jezelf. Je bent vastbesloten om elke taak op tijd af te krijgen en houdt je hier strikt aan. Je verhoogt je tempo, multitaskt waar mogelijk, en bent steeds bezig om je productiviteit te maximaliseren. Je neemt amper pauzes omdat je zoveel mogelijk werk wilt verzetten. Je legt de lat hoog en streeft naar foutloze resultaten. Wanneer je onverwachte problemen tegenkomt, raak je geïrriteerd of gefrustreerd.
De consequenties van deze houding kunnen zowel positief als negatief zijn. Aan de positieve kant kan je hoge productiviteit en doelgerichtheid je helpen om doelen te bereiken en succesvol te zijn in je werk. Aan de negatieve kant kan de constante druk en het gebrek aan ontspanning leiden tot gezondheidsproblemen en uitputting.
Typisch voor een type B
Stel, jij bent een type B-persoonlijkheid, dan doe je bijvoorbeeld het volgende bij een belangrijke deadline.
Je merkt de naderende deadline op, maar je laat je er niet door overweldigen. Je blijft kalm en vertrouwt erop dat je het werk op tijd afkrijgt. In plaats van een strak schema op te stellen, maak je een globale planning en laat je ruimte voor flexibiliteit. Je werkt gestaag zonder jezelf te veel druk op te leggen. Je zorgt ervoor dat je voldoende pauzes neemt om te ontspannen en je energie op peil te houden. Dit helpt je om fris en productief te blijven. Je streeft naar een goed resultaat, maar je bent niet geobsedeerd door perfectie. Je accepteert dat fouten maken menselijk is en dat je van fouten kunt leren. Wanneer je tegen problemen aanloopt, blijf je rustig en zoek je naar oplossingen zonder gefrustreerd te raken.
De consequenties van deze aanpak zijn doorgaans positief. Je behoudt een gezonde balans tussen werk en ontspanning, wat bijdraagt aan je algehele welzijn. Je lagere stressniveau vermindert het risico op gezondheidsproblemen en verhoogt je werkplezier. Aan de andere kant kan een te ontspannen houding soms leiden tot uitstelgedrag, waardoor je in de problemen kunt komen als deadlines echt dichtbij komen. Je nonchalance kan je soms parten spelen.
Conclusie
Uiteraard moeten we dit A/B-onderscheid niet te strict nemen. Niemand is 100% type A of 100% type B, net zomin als niemand een pure introvert of extravert is. Ook zul je de ene dag wat meer A en de andere wat meer B zijn. Toch is het onderscheid nuttig om je bewust te worden van je eigen patronen. Dit kan helpen om effectiever met stress om te gaan. Terwijl type A-mensen baat kunnen hebben bij technieken om te ontspannen en hun stress te verminderen, kunnen type B-mensen juist profiteren van wat extra structuur en motivatie om hun doelen te bereiken zonder uitstel. Het vinden van de juiste balans is de sleutel tot het omgaan met stress.
Oefening: wat voor type ben jij?
Reflecteer eens op de volgende vragen en bespreek bijvoorbeeld met je coach of therapeut met welke type jij je het meest verwant voelt, type A of B. Nogmaals: dit is geen wiskunde. Het kan heel goed zijn dat je zowel eigenschappen hebt van type A én type B. Het onderscheid is vooral bedoeld om je bewust te maken van je patronen.
- Hoe ga je om met deadlines?
- Hoe plan je je dag meestal?
- Wat is je reactie op onverwachte problemen?
- Wat voor werktempo heb je?
- Hoe ervaar je sociale interacties op je werk?
- Hoe ga je om met kritiek?
- Hoe ga je om met tegenslag?
- Hoe belangrijk is het voor jou dat iets perfect is?
Biologische verschillen
Hierboven zagen we dat je stressbestendigheid sterk afhangt van je persoonlijkheidstype. Eigenlijk zeggen we daarmee dat veel van je stressgevoeligheid al van nature in je zit.
Hoe komt dit?
Genetische aanleg
Hiermee komen we uit bij onze genetica. Genen spelen een belangrijke rol in hoe we stress ervaren en hanteren. Sommige mensen hebben van nature een hogere veerkracht tegen stress vanwege hun genetische aanleg.
Een goed bestudeerd gen in verband met stress is het serotonine transporter gen, bekend als 5-HTTLPR. Variaties in dit gen beïnvloeden de beschikbaarheid van serotonine, een neurotransmitter die betrokken is bij emotionele regulatie. Mensen met bepaalde varianten van dit gen zijn gevoeliger voor stress.
Hormonen als cortisol en adrenaline zijn cruciaal voor de stressrespons. Sommige mensen hebben van nature hogere of lagere basisniveaus van deze hormonen, wat hun reactie op stress kan beïnvloeden. Bovendien kan een disbalans in andere hormonen, zoals schildklierhormonen, bijdragen aan verhoogde stressgevoeligheid. Ook weer een kwestie van genen dus.
Overigens blijkt uit onderzoek van de Radboud-universiteit dat het goed mogelijk is dat een zekere stressgevoeligheid (of een lage 5-HTTLPR) juist weer een beschermende werking heeft. Zo beschermt een lage 5-HTTLPR-waarde vermoedelijk tegen depressie. Stress hoeft dus, zoals eerder gezegd, niet altijd negatief te zijn. Ook bestaan er ingewikkelde relaties tussen de omstandigheden waarin iemand opgroeit en de mate waarin zijn of haar genen tot uitdrukking komen, de zogenaamde epigenetica. Er bestaat dus zeker een relatie tussen genen en stress, maar deze ligt vaak gecompliceerder dan men in eerste instantie dacht.
Hoe het ook zij, je genen hebben grote invloed op hoe jij met stress omgaat. Dit is belangrijk om je te beseffen. Als jij misschien wat stressgevoeliger dan gemiddeld is dat niet jouw schuld. Je hebt gewoon een minder gunstig lootje getrokken in de genetische loterij. Alle reden dus om jezelf met mildheid te bekijken.
Het goede nieuws is dat je veel kunt doen om jouw stressbestendigheid te vergroten. Hier gaan we dieper op in in Hoofdstuk4: Omgaan met stress.
Levenservaringen
Naast je natuurlijke of genetische aanleg spelen ook je levenservaringen een belangrijke rol in hoe je met stress omgaat. Veel van deze inzichten zijn gebaseerd op de hechtingstheorie van wetenschappers John Bowlby en Mary Ainsworth. Deze theorie stelt dat vroege ervaringen met verzorgers een blijvende impact hebben op de ontwikkeling van het kind. Kinderen met een veilige gehechtheidsrelatie zijn doorgaans beter toegerust om met stressvolle situaties om te gaan dan kinderen met een onveilige hechting. En dit werkt door in de volwassenheid. Veilig gehechte mensen zijn over het algemeen stressbestendiger dan onveilig gehechte mensen.
Deze verschillen zijn uitgebreid onderzocht en beschreven door Cassidy & Shaver (1999). Hier zijn enkele belangrijke inzichten uit hun handboek:
Veilige hechting
Een veilige hechting zorgt onder andere voor:
1. Basis van vertrouwen
Veilig gehechte mensen hebben ooit geleerd dat hun behoeften consequent werden vervuld en dat ze op anderen kunnen rekenen. Dit creëert een basis van vertrouwen en veiligheid.
Voorbeeld
Stel je voor dat je een lastige opdracht krijgt. Als je veilig gehecht bent, heb je geleerd dat je op anderen kunt rekenen voor steun. Dit zorgt ervoor dat je zonder aarzelen naar je leidinggevende of collega’s stapt voor hulp als dat nodig is. Je voelt je op je gemak bij het delen van je zorgen, omdat je vertrouwt op hun steun. Hierdoor voel je je minder snel overweldigd en raak je minder snel gestresst.
2. Emotionele regulatie
Veilig gehechte mensen kunnen hun emoties doorgaans beter reguleren. Omdat ze consequent troost en ondersteuning hebben gekregen, begrijpen ze hun eigen emoties beter en kunnen deze beter reguleren.
Voorbeeld
Tijdens een ruzie met je partner, blijf je kalm en probeer je je emoties te beheersen. In plaats van je boosheid te laten escaleren, haal je diep adem en spreek je rustig over je gevoelens en behoeften. Dit vermogen om je emoties te reguleren helpt je om conflicten op een constructieve manier op te lossen.
3. Zelfvertrouwen
Veilig gehechte mensen hebben meestal een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen. Ze voelen zich competent en capabel om uitdagingen aan te gaan.
Voorbeeld
Bij het geven van een presentatie op je werk, voel je je voorbereid en capabel. Je hebt een positief zelfbeeld en gelooft in je eigen competentie. Dit zorgt ervoor dat je zelfverzekerd voor de groep staat en je boodschap duidelijk en overtuigend overbrengt. Het geloof in je eigen capaciteiten zorgt ervoor dat je niet overspoeld wordt door angst of onzekerheid.
4. Probleemoplossend vermogen
Een veilige hechting bevordert ook het probleemoplossend vermogen. Goed gehechte mensen voelen zich veilig genoeg om te exploreren en nieuwe strategieën te proberen.
Voorbeeld
Je computer crasht vlak voor een belangrijke deadline. In plaats van in paniek te raken, blijf je rustig en zoek je methodisch naar oplossingen. Je probeert verschillende strategieën zoals het herstarten van de computer, het raadplegen van online forums, of het bellen van de IT-afdeling. Ondanks het feit dat je met een zekere chaos geconfronteerd wordt, ben je niet bang om dingen uit te proberen.
Onveilig gehecht
Onveilig gehechte mensen daarentegen scoren minder op deze punten. Ze hebben vaak inconsistente of onbetrouwbare ervaringen met hun verzorgers gehad wat op volwassen leeftijd tot een gebrek aan basisvertrouwen kan leiden. Ook hebben ze vaak meer moeite met het reguleren van hun emoties in stressvolle situaties omdat ze niet op het juiste moment troost en ondersteuning gekregen hebben. Een onveilige hechting gaat vaak gepaard met een negatief zelfbeeld en een gevoel van incompetentie. En door het ontbreken van een veilige basis hebben deze mensen vaak moeite met exploratie en probleemoplossing. Ze hebben de neiging zich vast te klampen aan bekende, maar minder effectieve strategieën of trekken zich zelfs terug uit situaties.
Kortom, de kwaliteit van de gehechtheidsrelaties in je jeugd speelt een belangrijke rol in hoe je omgaat met stressvolle en spannende situaties. Veilige gehechtheid biedt een stevige basis van vertrouwen en emotionele regulatie, terwijl onveilige gehechtheid kan leiden tot grotere uitdagingen op deze gebieden.
Het goede nieuws: je brein is plastisch
Misschien herken je jezelf in bovenstaande beschrijvingen van een hoge stressgevoeligheid en/of onveilige hechting. En misschien bekruipt je de gedacht dat je kennelijk ‘gedoemd’ bent om altijd stressgevoelig te blijven. Je hebt er immers al zo lang last van.
In dat geval hebben we goed nieuws. Stressgevoelige of onveilig gehechte mensen zijn zeker niet gedoemd om altijd moeite te houden met stress. Met de juiste therapie, ondersteuning en zelfzorg, kun je een nieuw zelfvertrouwen ontwikkelen en je stressbestendigheid verbeteren. Er is altijd ruimte voor groei en verandering, ongeacht hoe je ooit begonnen bent. Een belangrijk begrip in dit verband is neuroplasticiteit.
Neuroplasticiteit
Nog vrij recent geloofde men sterk in de onveranderlijkheid van het brein: na een bepaalde leeftijd of na een bepaalde gebeurtenis, zoals een trauma, stond het brein vast in zijn functioneren. Dit hield in dat mensen de rest van hun leven vastzaten aan kwetsbaarheden als stressgevoeligheid. In het afgelopen decennium is dit idee radicaal op zijn kop gezet: mensen kunnen veel meer veranderen dan men ooit voor mogelijk hield.
Recent onderzoek naar neuroplasticiteit heeft aangetoond dat hersenen zich tot op hoge leeftijd kunnen reorganiseren. Dit betekent dat stressgevoelige mensen, door middel van specifieke therapieën, meditatie, en veranderingen in hun omgeving, hun hersenstructuren daadwerkelijk kunnen veranderen en zo hun gevoeligheid voor stress kunnen verminderen. Dit betekent dat zelfs als je van nature stressgevoeliger bent, je de mogelijkheid hebt om effectiever met stress om te leren gaan.
Je zult wellicht niet in aanmerking komen voor een baan als luchtverkeersleider of gevechtspiloot, maar je kunt je wel degelijk ontwikkelen.
Twee voorbeelden
Voorbeeld A: Tom
Tom, een drukke zakenman van 39, stond constant onder hoge druk en voelde zich vaak overweldigd in zijn dagelijks functioneren. Hij ontdekt dat lichaamsbeweging een positieve impact heeft op zijn stressniveaus. Hij begint dagelijks te joggen, wat niet alleen zijn fysieke gezondheid verbetert, maar ook zijn mentale welzijn. Regelmatige lichaamsbeweging stimuleert de aanmaak van neurotrofische factoren in zijn hersenen, die neuroplasticiteit bevorderen. Dit zorgde ervoor dat Tom beter bestand is tegen stress en een positievere kijk op zijn werk en leven ontwikkelt.
Voorbeeld B: Lisa
Lisa, een vrouw van middelbare leeftijd, had altijd moeite om met stress om te gaan. Elke keer dat zij onder druk stond, reageerde ze met intense angst en prikkelbaarheid. Op aanraden van haar arts begint Lisa met mindfulness-meditatie. Door dagelijks 20 minuten te mediteren, leert zij haar gedachten en emoties op een meer observerende manier te benaderen, zonder direct te reageren. Na enkele maanden merkt Lisa dat ze kalmer bleef in stressvolle situaties en beter in staat is haar emoties te reguleren. Onderzoek naar de hersenen van mensen zoals Lisa toont aan dat regelmatige meditatie leidt tot fysieke veranderingen in de hersenen, zoals een vermindering van de activiteit in de amygdala, het stresscentrum van het brein, en een versterking van de prefrontale cortex, die betrokken is bij rationeel denken en emotionele regulatie.
Jouw stressgevoeligheid is kortom niet in steen gebeiteld. Je kunt jezelf veranderen. In het komende hoofdstuk gaan we hier dieper op in. Ook besteden we aandacht aan algemene methoden om effectiever om te gaan met stress.